Welke historische IJslanders waren het meest berucht? Welke impact hadden ze en hoe heeft hun onheil vormgegeven aan wat nu, de meest vredelievende natie wordt beschouwd? Lees verder om meer te weten te komen over deze fascinerende individuen en hun gruwelijke misdaden en vagebonden, op deze lijst met de meest beruchte IJslanders uit de geschiedenis.
Roemruchte geschiedenis
IJsland wordt door velen beschouwd als een vredige plek, vrij van ernstige criminaliteit en bloedige conflicten. Het land staat zelfs al jaren achtereenvolgend bovenaan de Global Peace Index (GPI) -rapportage. Maar als je de geschiedenis van het land van dichtbij bekijkt, ben je eigenlijk blij dat wij nú leven. Het verleden, dat de IJslandse natie gevormd heeft, is namelijk niet zo rooskleurig.
Het eiland van ijs en vuur heeft veel fascinerende individuen voortgebracht, die helemaal teruggaan tot de vroege kolonisten. De beschikbare IJslandse saga’s geven ons een ongelooflijk inzicht in een lang vervlogen tijdperk, vol helden en ontdekkingsreizigers – maar hoe zit het met de slechteriken en zondaars? Ik heb er 7 op een rij gezet:
Egill Skalagrimsson, Hallgerdur Langbrok, Jon Magnusson, Fjalla-Eyvindur en zijn Halla, Jorundur de Dog-Days King en Axlar-Bjorn.
Het leek mij leuk om een lijst te maken van IJslandse ‘slechteriken’. Denk aan wrede Vikingen, legendarische bandieten en moorddadige wilden. Dat is weer eens wat anders…

Egill Skallagrímsson
We beginnen de lijst met de bekende naam van Egill Skallagrímsson, een krijger en dichter uit het Vikingtijdperk, berucht omdat hij voor het eerst een man had vermoord toen hij nog maar zeven jaar oud was. Blijkbaar was dat toen helemaal niet erg, sterker nog: zijn moeder complimenteerde hem zelfs en verklaarde dat hij de middelen had om een geweldige Viking te worden. Ik gok dat tegenwoordig de jeugdbescherming op je deur staat te kloppen…
Laten we ons herinneren dat het woord ‘Viking’ niet altijd de betekenis had die het vandaag heeft. Gedurende het Vikingtijdperk werd het gebruikt om Scandinavische Noormannen te beschrijven die Europa over zee verkenden en binnenvielen.

door Oscar Wergeland – Wikimedia Creative Commons
Tegenwoordig wordt het woord gebruikt als een overkoepelende term voor elke Scandinavische man uit het Vikingtijdperk – de periode van het einde van de 8e eeuw tot het midden van de 11e eeuw – van wie de meesten boeren van beroep waren en daarom niet bezig waren met Viking-zaken.
Dus toen Egills moeder zei dat haar zoon een Viking zou moeten zijn, verwees ze naar zijn vaardigheden als krijger en moordenaar. Gedurende het grootste deel van zijn leven zou Egill vatbaar zijn geweest voor uitbarstingen van geweld en heeft uiteindelijk de reputatie van een ‘Berserker’ gekregen.
Wat is een Berseker?
In het Oudnoors geschreven corpus waren berserkers degenen die zouden hebben gevochten in een trance-achtige woede, een kenmerk dat later aanleiding gaf tot het moderne Engelse woord berserk (wat ‘woedend gewelddadig of onbeheerst’ betekent). Berserkers worden in tal van Oudnoors bronnen bevestigd.
Egill is naar schatting geboren in het jaar 910 op de boerderij Borg in Mýrar, net ten westen van de stad Borgarnes. Aangezien de IJslandse koloniale tijd tussen 870-930 na Christus lag, behoort Egill Skallagrímsson tot de eerste generatie IJslanders.
Hij wordt beschouwd als een ware belichaming van het Vikingtijdperk, waar de waarde van een man in zijn zwaard, woord, geest en moed schuilde. Van jongs af aan vocht Egill grote veldslagen en diende hij als huursoldaat voor machtige koningen.

Wikimedia Creative Commons
Egill was nooit iemand die werd geminacht; zijn eerste moord was in feite een moord op een jongen die valsspeelde tijdens een spelletje ijshockey. En later toen Bárður van Atley, een gevangene van koning Erik Bloodaxe van Noorwegen, Egill ernstig beledigde, vermoordde hij hem. De koning en de koningin wijdden vervolgens hun leven aan het probéren om wraak te nemen en stuurden de twee broers van de koningin om Egill te doden voor zijn misdaad.
Maar Egill was te slim, sterk of moedig en doodde ze allebei, wat ertoe leidde dat koning Erik hem uit Noorwegen verbood. De bloedige vete ging door, met als hoogtepunt de moord op Rögnvaldur, de zoon van de koning. Egill presenteerde zichzelf na deze moord bij de koning om om gratie te smeken.

Door Johannes Flintoe – Wikimedia Creative Commons
De koning besloot Egills executie uit te stellen tot de volgende ochtend, dus bleef hij de hele nacht op en componeerde een lange en uitzonderlijke ‘Drápa’ (een vorm van skaldische poëzie). Het verhaal gaat dat zijn poëzie zo buitengewoon was, dat het de koning ervan overtuigde de moordenaar van zijn eigen zoon gratie te verlenen. Egills grootste prestatie werd daarom niet bereikt door middel van zwaard en bijl, maar door zijn woorden en verstand.
De meeste van onze kennis over het leven van Egill Skallagrímsson komt uit Egil’s Saga; een manuscript waarvan wordt aangenomen dat het is geschreven door Snorri Sturluson. Het oudste fragment dateert uit 1240 na Christus, ongeveer 300 jaar nadat de meeste van zijn gebeurtenissen zouden hebben plaatsgevonden.
De sagen worden in zijn geheel onthouden en voorgedragen (of juist helemaal niet). Egill wordt tot vandaag de dag herinnerd om het feit dat woorden zijn leven gered hebben.
Er is een verhaal dat vertelt hoe hij tijdens een feest een rune uithakte die vervolgens een vergiftigde beker verbrijzelde. Die beker was bedoeld om hem van het leven te beroven. Egill wordt daarom óók herinnerd als een soort tovenaar en geroemd als een meester van de oude runen en hun magische kracht.
Egill Skallagrímsson was dus niet alleen een angstaanjagende en schijnbaar onverwoestbare krijger, maar ook een gevierd geleerde, dichter en meester in magie. Zonder twijfel een persoon om rekening mee te houden, en geen lijst van beruchte IJslanders zou compleet zijn zonder hem.
Hallgerdur Langbrók
De eerste vrouw op onze lijst is Hallgerður Höskuldsdóttir, ook wel bekend als Hallgerður Langbrók, een prominent personage in de veel gevierde dertiende-eeuwse Njáls Saga. Hallgerður was de vrouw van één van de grootste krijgers van de IJslandse Saga, Gunnar van Hlíðarendi. Bekend om haar schoonheid en wilde geest, leidden de vetes die ze veroorzaakte, tot decennia van dood en vernietiging.
De gebeurtenissen van Njáls Saga, die naar schatting plaatsvonden tussen 960 en 1020, vertellen over bloedwraak in het IJslandse Gemenebest. Deze bestond vanaf de oprichting van het IJslandse parlement, de Alþingi, in 930 tot het jaar 1262, toen de natie trouw beloofde aan de koning van Noorwegen.
Wat is de IJslandse Gemenebest?
Het IJslands Gemenebest was de eerste IJslandse staat in de geschiedenis, die bestond vanaf 930, toen het Alding werd opgericht, tot 1262, toen IJsland onder bestuur van Noorwegen kwam.
Gedurende deze periode moest elke belediging van iemands eer, worden gewroken. Aangenomen wordt dat deze voortdurende cycli van dood uiteindelijk hebben geleid tot de vernietiging van het IJslandse Gemenebest zelf. De meest prominente van deze beledigingen in Njáls Saga zijn die waarbij de mannelijkheid van een personage wordt gekrenkt.
Te midden van deze vernietigende cyclus van fragiele mannelijke ego’s staat Hallgerður, die de touwtjes van haar verlangens in eigen handen heeft en precies weet hoe ze het ‘spel’ moet spelen. Want hoewel ze nooit iemand met haar eigen hand doodt, is ze verantwoordelijk voor tientallen doden in de saga.

Credit: Njálurefill
Hoewel ze nog heel jong was, werd Hallgerður tegen haar wil in uitgehuwelijkt. Haar eerste echtgenoot sloeg haar echter na een ruzie, waardoor Hallgerður direct wraak zocht bij haar stiefvader, een beruchte bruut, die haar man vervolgens met zijn bijl doodde. Hetzelfde lot wachtte haar tweede echtgenoot, hoewel ze naar verluidt een gelukkiger huwelijk hadden.
Ze ontmoet haar derde en laatste echtgenoot, Gunnar van Hlíðarendi zelf, in de Alþingi, waar ze onmiddellijk verliefd op elkaar worden. Gunnar wordt ernstig gewaarschuwd voor de slechte reputatie van zijn mooie nieuwe bruid, maar toch trouwen ze.
Hallgerður maakt haar beruchtheid al snel waar, als ze botst met Bergþóra, de vrouw van Gunnars beste vriend Njáll, hoofdkarakter van de sage. Ze gebruikt, sluw als ze is, al haar charmes en verstand om verschillende duistere individuen te overtuigen om leden van het huishouden van Njáll en Bergþóra te vermoorden.

Credit Njálurefill
Nadat Hallgerður een van haar slaven heeft gestuurd om een naburige boerderij te plunderen, verliest Gunnar zijn geduld en slaat hij zijn vrouw. Ze spreekt dan de beroemde woorden ‘dat de klap niet mag worden vergeten’. En inderdaad, op het hoogtepunt van het verhaal heeft Gunnar een lok van het haar van zijn vrouw nodig voor zijn boogpees. Ze weigert hem de gunst, wat tot zijn nederlaag leidt.
Hallgerður’s positie als een soort zwarte weduwe van de Saga is van groot belang voor de mogelijke rol van vrouwen in deze oude, vooral mannelijke samenleving, geregeerd door dood en wraak. Ze was een invloedrijke, krachtige en zeer gevaarlijk persoon, wat haar een verdiende plek op de lijst bezorgd.
Jón Magnússon
De IJslandse geschiedenis omvat een lange traditie van tovenarij, hekserij en magische praktijken. De volgende beruchte IJslander op de lijst is alleen geen grote tovenaar of een boze heks, maar een priester met de naam Jón Magnússon.
Jón is geboren in 1610 en komt uit een familie van priesters, hij is goed opgeleid en een gerespecteerd lid van zijn gemeenschap. Toen Jón in, wat nu Isafjördur is, woonde en werkte, werd hij ernstig ziek. Zowel lichamelijk als geestelijk.
Tijdens het hoogtepunt van de Europese heksenjachten in de 17e eeuw, bereikte dit ritueel ook de kusten van IJsland. Het eiland was toen een nog relatief jonge christelijke natie, wat resulteerde in wat we nu Brennuöld noemen – het verbranden van lokale heksen in de periode van 1654-1690.
In tegenstelling tot de heksenverbrandingen in Europa waren de meeste slachtoffers in IJsland mannen. Van de 170 mensen die in deze periode werden vervolgd wegens hekserij, was slechts een tiende daarvan vrouw, en van de 21 mensen die wegens hun praktijken werden geëxecuteerd, was slechts één vrouw.
Twee van deze ongelukkige zielen waren een vader en zoon, beiden genaamd Jón Jónsson. Ze woonden in de boerderij Kirkjuból (ook behorend tot het moderne Ísafjörður) en Jón Magnússon was ervan overtuigd dat zijn ziekte, evenals algemene ongeregeldheden in het gebied, te wijten waren aan hun tovenarij.
In wat bekend is geworden als Kirkjubólsmálið, IJslands beroemdste heksenproces, pleiten de vader en zoon zichzelf inderdaad schuldig aan het gebruik van tovenarij. Jón Magnusson, verzegeld hierop in 1656 hun lot: dood door verbranding op de brandstapel.
Tot grote ontsteltenis van onze priester, heeft deze dubbele executie geen einde gemaakt aan zijn ziekte. Dus wat moet hij doen? In dit geval ga je blijkbaar verder naar de volgende mogelijke boosdoener: Þuríður Jónsdóttir, de dochter en zus van de onlangs overleden Jónssons.
Haar zaak werd gepresenteerd op de top van Alþingi in Þingvellir, waar het uiteindelijk werd afgewezen, en Þuríður mocht nog een dag leven. Zij op haar beurt klaagde Jón Magnússon aan omdat hij haar ten onrechte had vervolgd, waarvoor ze volledige rechtvaardiging kreeg.

door R. Decker – Wikimedia Creative Commons
In zijn eigen beleving is Jón een echt slachtoffer van het verhaal en hij componeerde ‘Píslarsaga séra Jóns Magnússonar’, ofwel ‘Story of the Sufferings of Jón Magnússon’. Een geschreven verslag waarin hij zijn vele worstelingen deelt en zijn zaak verdedigt tegenover die van Þuríður.
Jón’s geschriften werden in 1999 verfilmd door de beroemde IJslandse filmmaker Hrafn Gunnlaugsson, genaamd ‘Myrkrahöfðinginn’ ofwel ‘Prince of Darkness’. Een interessante bewerking van het historische verhaal, waarin de tragedies ervan niet zozeer de schuld zijn van Jón’s waanideeën, maar eerder van de christelijke angstzucht tegen hekserij.
Hoe het ook zij, Jón Magnússon was zonder twijfel een man met grote problemen. Of het nu aan zijn ziekte, zijn geloof of zijn haat kwam, mensen betaalden met hun leven.
Fjalla-Eyvindur en Halla
Deze twee zijn een berucht paar. Fjalla-Eyvindur (betekenis: Eyvindur uit de bergen) en zijn vrouw Halla woonden naar verluidt twintig jaar samen in de wildernis van de IJslandse hooglanden. Sterker nog, als je de IJslandse kaart bekijkt zul je verschillende namen met de naam van Eyvindur erin terug zien komen. Denk aan Eyvindarver of Eyvindarsandur. Er wordt gedacht dat hij en Halla daar verbleven hebben.
In de IJslandse cultuur is de outlaw, ofwel vogelvrij verklaarde, een prominent figuur van belang. Een outlaw is iemand die zich na een ernstig meningsverschil met de wet terugtrekt in de wildernis om zich buiten de samenleving te vestigen. Deze individuen waren naar verluidt bandieten die schapen stalen en zouden legaal vermoord kunnen worden bij een heterdaadje.

Fjalla-Eyvindur en Halla zijn nog niet zo ‘oud’, ze leefden in de 18e eeuw. Zoals zovaak bij dit soort bandieten gaan er verschillende verhalen over hen de ronde. Sommigen van deze verhalen zijn echter opgenomen in de Alþingi rapporten van 1765 en zouden daarom op waarheid berusten.
Als je deze stukken zou lezen is het misschien een bewijs van ‘opposites attract’. Waar Eyvindur omschreven wordt als goed gekapt met goede manieren, schoon, atletisch, welbespraakt en ijverig wordt Halla omschreven als gemeen, ongepast en in het algemeen weerzinwekkend.
Dit wordt bevestigd door omschrijvingen in de folklore waarbij verteld wordt dat Halla buiten moest wachten, terwijl de rest van het dorp in de kerk zat op zondagen. Was zij echt te duivelachtig om een kerk in te mogen, of is haar karakteromschrijving uit verband getrokken? Wat het ook is, Eyvindur is duidelijk de geliefde helft van dit paar.

Het is niet duidelijk waarom het paar precies werd verbannen. Voor hun ontsnapping wilde Halla de boerderij waarin ze woonden in brand steken, maar Eyvindur overtuigde haar ervan dat niet te doen, waardoor de kinderen die binnen sliepen werden gered. Dit afschuwelijke thema van kindermoord volgt Halla door het hele verhaal.
Verhaal gaat dat Eyvindur en Halla samen veel kinderen hadden, maar Halla vrijwel elk kind het leven ontnam na de geboorte. Hoewel Eyvindur niets met deze kindermoorden te maken wilde hebben, hield hij haar ook niet tegen. Er was één kind om wie hij het meest getreurd heeft, een meisje wat minimaal 1 jaar oud heeft mogen worden.
Het schijnt dat het paar achtervolgd werd door boze boeren, na een zoveelste schapenjacht. Omdat ze snel weg moesten komen zou Halla het meisje van een klif gegooid hebben. In latere vertellingen van dit verhaal wordt gezegd dat ze het meisje voor een laatste keer in slaap gewiegd heeft terwijl ze een, nu beroemd, kinderliedje zong: Sofðu unga ástin mín. Een liedje wat nog altijd veel ouders voor hun kinderen zingen vandaag de dag.
De misdaden van Eyvindur zijn merkbaar minder afschuwelijk dan die van zijn vrouw en omvatten meestal diefstal van schapen en paarden. Toch worden zijn ‘daden’ vertederend verontschuldigd omdat ze goed bedoeld of noodzakelijk zijn. Al vroeg zou hij een kaaswiel hebben gestolen van een rondzwervende oude vrouw. Ze vervloekte hem ervoor en zorgde ervoor dat hij een leven lang diefstallen zou plegen.
Het einde van het verhaal gaat, dat het paar na twintig jaar in de bergen terugkeerde uit ballingschap naar Halla’s oude boerderij in Hrafnsfjarðareyri, waar ze uiteindelijk stierven.
Een andere versie van de ondergang van het paar is dat Halla werd aangehouden door de autoriteiten, maar te zwak werd geacht om gevangen te worden genomen. Ze bracht haar laatste zomer door op een boerderij in Mosfellssveit, kijkend naar de bergen waar ze altijd rondgezworven heeft. Op een herfstdag merkt ze weer op hoe mooi de bergen zijn, en de volgende dag verdwijnt ze.
Enkele jaren later werd het skelet van een vrouw gevonden in de nabijgelegen bergen. Aangenomen werd dat het van Halla was, aangezien ze naar de bergen was gegaan om weer bij haar minnaar te zijn.
Als Halla de echte slechterik van het verhaal is, is Eyvindur misschien meer een antiheld. Toch valt de bekendheid van het paar niet te ontkennen, waardoor ze een mooie plek op de lijst krijgen.

Jorundur the Dog-Days King
Dit verhaal gaat over Jørgen Jørgensen. In IJsland bekend als Jörundur hundadagakonungur ofwel Jörundur the Dog-Days King. De man is een in Denemarken geboren ontdekkingsreiziger en avonturier. Wat hij op deze lijst met IJslandse schurken doet? Lees snel verder!

Jørgensen, geboren in 1780, was de zoon van een koninklijke horlogemaker in Kopenhagen. Nadat hij op twintigjarige leeftijd een opleiding zeemanschap had gevolgd, voegde hij zich bij de Britse vloot en begon aan zijn vele escapades.
Iets vreemd voor een Deen in deze tijd, maar hij werd verliefd op Engeland en keerde niet terug naar Denemarken tot hij bijna 30 jaar oud was. In 1807 vielen Britse oorlogsschepen Kopenhagen aan en namen de Britten de stad in beslag. Denemarken verklaarde, niet verrassend, de oorlog aan Verenigd Koninkrijk.

Als gevolg van het feit dat alle gezonde Deense mannen voor het leger werden opgeroepen, werd Jørgensen benoemd tot kapitein van het Deense oorlogsschip Admiral Juul. Hij kreeg de opdracht naar Frankrijk te zeilen om soldaten te rekruteren, maar koos ervoor om in Engelse wateren rond te dartelen. Hij werd vervolgens in beslag genomen door de Britten, die hem als een kaper behandelden, en schuldig bevonden aan verraad in Denemarken.
Jørgensen overtuigde toen zijn koopvaardijvrienden in Engeland om zich naar IJsland te wagen, een reis die volgens hem zeer winstgevend zou moeten zijn aangezien de IJslanders werden geplaagd door het Deense monopolie op de lokale handel. Vanwege de oorlog tegen Engeland waren er geen Deense schepen met goederen in IJsland aangekomen, waardoor het land inmiddels in een staat van hongersnood was gevallen.

Aangekomen bij de kust van Hafnarfjörður in januari 1809, werd het Jørgensen en de rest van zijn bemanning door de waarnemend Deense gouverneur Frederick Trampe helaas verboden om goederen aan de IJslandse bevolking te verkopen. Dit weerhield onze rebellen-ontdekkingsreiziger niet, en hij keerde de daaropvolgende juni terug met een flinke tegenaanval.
Bij hun terugkeer arresteerden Jørgensen en zijn bemanning Trampe en sloten hem op hun schip op. De volgende dag ondertekende Jørgensen een nu beruchte proclamatie en bracht hij deze uit, waarin hij IJsland vrij en onafhankelijk verklaarde van de Deense regering.
Bovendien noemde hij zichzelf zijn beschermer en hoogste macht, totdat het IJslandse volk zichzelf zou kunnen regeren. Tot dan zou elke tegenpartij worden geëxecuteerd. Een leider om het IJslandse volk te bevrijden?

Photo by: ‘Kjallakr’ Wikimedia Creative Commons
Dus om samen te vatten: een Deense outlaw en een krijgsgevangene van Engeland, die zijn voorwaardelijke straf negeert en in opstand kwam tegen de zijne, verklaarde zichzelf in wezen koning van IJsland. Hij liet een fort bouwen op de locatie van het huidige Arnarhóll in het stadscentrum, hij trok een vlag en zo begonnen de Dog-Days.
Waarom werden ze de Dog-Days genoemd? Het heeft te maken met astronomie; de oude Grieken associeerden hoogzomer met Sirius of de ‘hondenster’ – de helderste ster aan de nachtelijke hemel van de aarde. Iedereen die voor de hoogzomer in IJsland heeft gewoond, kent misschien wel de dagen die nooit eindigen en de feesten die nooit stoppen.
Geen enkel feest kan echter eeuwig duren, en twee maanden later kwam er een einde aan het rumoerige bewind van Jørgensen, toen het Britse oorlogsschip Talbot arriveerde en Trampe wist te ontsnappen.

Photo by: ‘Hubble European Space Agency’ Wikimedia Creative Common
Jørgensen werd vervolgens gearresteerd omdat hij Londen had verlaten, maar niet voordat hij de bemanning van het schip dat hem vervoerde van een brand had gered. In de gevangenis kreeg hij een talent voor kaartspelen en schrijven. In wezen waren zijn avonturen nog maar net begonnen, waaronder vooral drinken, gokken en het buigen of breken van elke regel in het boek.
Een verrader, bevrijder, kruisvaarder of meedogenloze indringer? Wat zijn titel ook is, de Dog-Days King schudde de boel op een gedenkwaardige tijd in de IJslandse geschiedenis en markeerde voor onbepaalde tijd zijn plek erin – en op deze lijst.
Axlar-Björn
Ik moet toegeven dat ik de ergste schurk voor het laatst heb bewaard, want bovenaan deze lijst van IJslands ‘most wanted’ staat niemand minder dan Björn Pétursson, beter bekend als Axlar-Björn, de enige bekende seriemoordenaar in de gescheidenis van IJsland. Deze meedogenloze moordenaar werd geboren in de late 16e eeuw en kreeg zijn bijnaam van de boerderij waar hij woonde, Öxl in Breiðuvík op het schiereiland Snæfellsnes.
Veel mysteries omringen het bloedige verhaal van Axlar-Björn, en hij is al lang een fascinerend onderwerp voor schrijvers, dichters en historici. De enige geverifieerde documentatie van zijn leven zijn die gevonden in de vonnissen van 1596 en 1597 van Alþingi. Folklore en talrijke verhalen vertellen echter over zijn vele misdaden, en misschien kunnen deze verslagen ons helpen de man achter de mythe te onthullen – als we hem überhaupt een man kunnen noemen.

Photo Credit: Eddi @ Vesturport
Geboren in een gezin met een laag inkomen, werd Björn op vierjarige leeftijd door de meester van zijn vader in een pleeggezin opgenomen. Tijdens zijn eerste jaren verschilde hij niet veel van zijn broers en zussen of stiefbroer, Guðmundur Ormsson, met wie hij goede vrienden werd.
Pas in zijn tienerjaren kwamen zijn aandoeningen naar verluidt boven, toen hij kil en asociaal werd. Een legende vertelt hoe Björn tijdens de zondagsmis in slaap viel en droomde van een man die hem grote hoeveelheden rood vlees aanbood. Björn verslond vrolijk de stukjes een voor een, tot hij zich na het achttiende stukje eindelijk misselijk voelde.
Deze specifieke folklore is ongetwijfeld gebaseerd op het aantal slachtoffers van Björn, hoewel er geen manier is om precies te weten hoeveel het er geweest zijn. Tijdens het proces gaf hij toe dat het er negen waren, maar verschillende bronnen geven dus aan dat het er maar liefst achttien waren.
Na het overlijden van zijn vader bouwde Guðmundur Ormsson voor zijn stiefbroer de grote en weelderige boerderij Öxl, waar Björn zou wonen met zijn vrouw Þórdís Ólafsdóttir. Dit zou de locatie zijn van de verschrikkingen die Björn al die jaren vrijuit pleegde.
Daar waar nietsvermoedende reizigers hun toevlucht zochten op zijn land. In plaats daarvan kwamen ze, in stukken, terecht in een waterig graf: een diepe vijver op het terrein met de naam Ígultjörn. De slachtoffers werden ontdaan van hun goederen, kleding en paarden, ter ondersteuning van de naar verluidt weelderige levensstijl van Björn en zijn vrouw.
Hoe kon een hele werkende boerderij met zijn arbeiders niet weten dat er meer dan een dozijn moorden plaatsvonden? Met nieuwe paarden die regelmatig in de stallen verschijnen, is de kans groot dat ze dat wel wisten, maar ze bleven stil vanwege de invloed van Björns geadopteerde familie.
In de geschriften van Sveinn Níelsson zou Guðmundur Björn op deze boerderij hebben bezocht om hem te confronteren met zijn misdaden. Björn kwam toen achter zijn stiefbroer aan met een bijl en slaagde erin zijn paard te verwonden terwijl hij ternauwernood ontsnapte. Naderhand vroeg Þórdís Guðmundur om het incident voor zichzelf te houden. Hij stemde toe, maar voegde eraan toe dat vroeg of laat de goddeloosheid van Axlar-Björn ontdekt zou worden.
De ontknoping
Er zijn verschillende verhalen over hoe deze moorddadige maniak uiteindelijk werd opgepakt. Eentje vertelt over een moeder en haar drie kinderen die de nacht bij Öxl hebben doorgebracht. Björn lokte de kinderen een voor een weg en doodde ze op brute wijze, maar hun moeder ontsnapte en waarschuwde de autoriteiten.
Een andere versie beschrijft hoe twee kinderen, een broer en een zus, ’s nachts op de boerderij verbleven. Na het eten begeleidde Björn het meisje de kamer uit, toen haar broer plotseling schrok van haar geschreeuw. Doodsbang rende hij naar buiten om zich in de stallen te verstoppen, met Björn op zijn hielen. De jongen bracht de nacht door op de vlucht, voordat hij uiteindelijk ontsnapte naar de nabijgelegen boerderij Hraunlendi.
Daar nam de boer de jongen mee naar de sheriff van Brekkubær, die vervolgens terugkeerde met een paar sterke mannen om Björn bij Öxl onder ogen te komen en hem te arresteren, waarmee hij uiteindelijk zijn schrikbewind beëindigde. De boosdoener werd in 1596 berecht in Alþingi, en zijn vonnis was de dood door onthoofding.
Alsof dat nog niet genoeg was, werden zijn ledematen eerst verbrijzeld met een voorhamer en zijn geslachtsdelen afgesneden en naar zijn vrouw gegooid. Zijn vrouw Þórdís leek hetzelfde lot te ondergaan. Haar man noemde haar namelijk dader van de moorden, en als gevolg daarvan werd ze ook ter dood veroordeeld. Volgens rapporten was ze op dat moment echter zwanger, dus haar executie werd uitgesteld.
Gezellige familie
Het kwaad leek in de familie te zitten – Sveinn skotti, de zoon van Björn en Þórdís, leefde als een vagebond van misdaad en onheil tot hij werd gearresteerd en opgehangen wegens poging tot verkrachting in 1648. Zijn zoon, Gísli hrókur, ontmoette later hetzelfde lot.
Een van IJslands beroemdste dichters en tekstschrijvers, Megas, paste het verhaal meesterlijk aan in zijn roman Björn og Sveinn uit 1994, waarin het vader en zoon duo samen door de moderne onderwereld van Reykjavík reizen.
Hoewel de feiten bezaaid zijn met mythen, is dat van Axlar-Björn een verhaal dat met bloed besmeurd is en een verhaal dat de IJslandse bevolking waarschijnlijk nooit zal vergeten – wat hem een eervolle plaats op deze lijst geeft.