Groenland staat al jaren op mijn vakantie wenslijst en nu is het er eindelijk van gekomen! Op 14 juli vlieg ik vanuit Reykjavik naar Narsarsuaq, in Zuid-Groenland. Het is mijn eerste kennismaking met een propellervliegtuig, super leuk (maar is luidruchtiger dan ik had verwacht). In Reykjavik vertrekken we met regen en bewolking, maar vlak voordat Groenland in beeld verschijnt klaart het op. De aanvliegroute gaat over de ijskap, via een gletsjertong naar beneden richting de fjord met de eerste ijsbergen in zicht. Iedereen zit dan ook gefascineerd uit het raam te kijken, hierna heb je geen sightseeingvlucht meer nodig!
De eerste middag krijgen we meteen een leuke introductie in de vorm van een wandeling door het dorp en langs de Viking ruïnes van Brattahlið, en de replica van een Vikingkerkje en longhouse. Hierna wordt onze route voor de komende twee weken besproken, deze is namelijk niet hetzelfde als wat er in de reisbeschrijving staat. Dit komt omdat ter plaatse altijd gekeken wordt naar de beste aansluitingen voor de transfers én waar er andere groepen zullen zijn. We zullen alles bezoeken wat in het programma staat, maar in een andere volgorde. Ook krijgen we de tijd om onze bagage in (bijna) waterdichte tassen over te pakken. Het transport tussen de verschillende locaties is per open RIB boten, schitterend uitzicht, maar als het minder weer is kunnen jij en de spullen wel nat worden.
Na deze soort van rustige eerste dag, beginnen we meteen goed met een wandeling en een boottransfer op dag 2. Eerst de wandeling naar de Bloemenvallei, helaas nog niet zoveel bloeiende bloemen door het koude voorjaar, maar ook zonder bloemen hebben we een prachtig uitzicht. Het tweede deel van de wandeling gaat steil omhoog naar een uitzichtpunt over de gletsjertong, hier krijgen we de keuze om beneden te blijven en naar de voet van de gletsjer te lopen of mee omhoog.
Laat ik nu wel van flinke wandelingen houden, dus natuurlijk ga ik mee omhoog. Het schitterende uitzicht is de klim zeker waard, ondanks de muggen en het warme weer. Tijdens de eerste langere boottocht worden we getrakteerd op vele ijsbergen en net voor wij het plaatsje Narsaq bereiken spotten we ook nog een walvis. Doordat we de walvis natuurlijk even achterna gaan komen we precies 8 uur aan bij het restaurant, maar goed dat er van te voren gereserveerd was, want anders zou de keuken om 8 uur dichtgegaan zijn.
Het restaurant van hotel Narsaq is ook zo’n beetje het enige restaurant in de plaats. Aan een vegetariër bieden ze echter niet veel keuze, zeker niet op de avond dat de sla op is. Dus een bord friet voor mij. Glutenvrij, dat is pas een uitdaging (het is gelukt, maar vergde wel creativiteit en de vertaalskills van onze Groenlandse gids). Het verschil tussen de Burger en de Hamburger op het menu is ook niet helemaal duidelijk, en hoe ze daar in het restaurant mee omgaan… dit wordt de running joke van de trip.
De plaatsjes zijn klein, kleurrijk en midden op de weg lopen is geen probleem, want veel verkeer is er niet. Maar in veel gevallen hebben ze wel meerdere havens, of duidelijk aanwijsbare secties in een grotere haven. In Narsaq zijn er zelfs 3 havens, de vissershaven, de haven voor pleziervaart en het kleine haventje waar onder andere onze boot aanmeert.
Na ons bezoek aan Narsaq is het tijd voor ons eerste kampeeravontuur. De eerste nacht kamperen we op het eiland Uunartoq, veel is er niet op het eiland, maar wel een hotspring. Dus heerlijk badderen met op de achtergrond ijsbergen (en een enkele walvis die langs zwemt). Nu zijn mijn reisgenoten duidelijk minder gecharmeerd van dit lekkere warme water (het was warm maar niet heet genoeg vonden een paar…) en ik zit op een gegeven moment zelfs alleen in het bad. Maar ja, alleen is ook maar zo alleen dus kom ik er dan ook maar uit. We eten vandaag in het zomerhuis van een Groenlander, die heerlijke lokaal gevangen vis voor ons bereid heeft. Nou ja we, dat is het oordeel dat ik van mijn reisgenoten hoor. De gidsen hebben voor mij en een andere reisgenoot een gluten- en lactosevrije vegetarische pasta gemaakt zodat wij ook kunnen eten.
De boottochten, allemaal per open RIB boot, zijn niet alleen een manier om ergens te komen, ze bieden ook schitterend uitzicht over de Zuid-Groenlandse fjorden. In het zonnetje is de temperatuur (een graad of 12-15) lekker, maar als je met 40-50 km per uur over het water gaat is de wind toch best wel koud. Dus zijn regenbroeken, thermoleggings, mutsen, capuchons en die warme parka die we te leen hebben geen overbodige luxe. We stoppen ook regelmatig onderweg: lunch, een korte wandeling door een dorpje of verlaten mijn. Prima plekken om weer op te warmen, al gaat die parka over het algemeen meteen uit zodra we aan land gaan.
De tweede nacht kamperen we aan het begin van de Tasermiut fjord. Een mooi strand, geweldig uitzicht en het grootste bos van Groenland op loopafstand. Dus wandelen we naar dat bos toe, al stelt het niet heel veel voor. Maar het klimaat leent zich ook niet echt voor bossen.
We komen regelmatig berken- en wilgenstruiken tegen, maar als die boven je knieën uitkomen is dat al hoog. Het inpakken van het tweede kamp gaat zeker sneller dan de 1e keer. Waar de eerste dag het koppel (verder bestaat de groep uit allemaal individuele reizigers) nog als laatste klaar was met het inpakken van hun tent, zet iedereen er vandaag iets meer vaart achter, waardoor we ruim voor de boot er is klaar zijn met inpakken.
Op naar ons 3e kamp, het kamp diep in de Tasermiut fjord. Eerst maken we een tocht naar het einde van de fjord, om een blik te werpen op de gletsjers (helaas zijn ze echt zichtbaar aan het terugtrekken, wat ik toch wel heel jammer vind). Eenmaal aan land met onze bagage is iedereen maar wat blij dat we hier 3 nachten blijven staan: we moeten onze bagage zo’n 5-10 minuten dragen naar de werkelijke kampeerplaats en het eerste stuk is best wel steil. Maar als alles dan staat en is ingeruimd is het wel een schitterende locatie!
Helaas is de volgende dag onze enige echte dag regen tijdens de hele reis, dus in plaats van te beginnen met de langere wandeling kiezen we voor de korte wandeling. Echter blijkt mijn jas toch niet helemaal waterdicht, en mijn schoenen kunnen ook wel een extra laagje wax gebruiken. Na 2 uur staan we doorweekt boven, maar helaas valt er van de rotswand niets te zien door de laaghangende bewolking. We vinden wel een gezellig knus plekje om te lunchen onder een mooie grote uitstekende rots. Naar beneden is gelukkig sneller en tja, nat ben je toch al.
Eenmaal in het kamp steken we de kachel aan en lijkt het wel sinterklaas met al die schoenen om de haard (en iedereen loopt opeens op slippers rond, want natte blote voeten zijn nog altijd beter dan natte sokken). Helaas is de volgende ochtend niets droog als we ons klaar maken voor de volgende wandeling. Enkele van de groep besluiten dan om vandaag niet mee te wandelen, maar lekker in het kamp te blijven. Gelukkig breekt de zon net door als we vertrekken en droogt alles onderweg en de rest wordt door de achtergebleven reisgenoten heel lief gedroogd op de grote rotsblokken.
Het uitzicht tijdens de wandeling is door de laaghangende bewolking nog niet heel interessant, maar langzaam aan klaart het op, en tegen de tijd dat we het eindpunt naderen trekken de laatste wolken over de rotswanden. Op de terugweg kijken we dan ook regelmatig achterom, om te zien wat we op de heenweg gemist hebben, maar we hebben het toch maar wel mooi gezien. Perfect weer dus eigenlijk!
De volgende ochtend staat in het teken van inpakken en wachten op de boot. Helaas staat er vandaag wat meer wind, waardoor de boot wat later arriveert. Ook duurt het significant langer om onze bestemming, het plaatsje Nanortalik te bereiken. De supermarkt is al gesloten voor wij arriveren. Gelukkig is er een nog klein winkeltje dat wel langer open is en ligt er nog een leuk assortiment blikwerk en droge producten in de kast van het huis, dus verhongeren zullen we zeker niet. Lootjes trekken voor de douche, gezellig met elkaar koken en een wandeling door dit eveneens schattige plaatsje.
We brengen ’s ochtends eerst een bezoek aan het lokale museum. Oude turfhutten, kajaks van zeehondenhuid, huizen en gebouwen uit verschillende periode’s. Eigenlijk veel te veel voor ons korte bezoek. Onderweg van Nanortalik naar Qaqortoq spotten we meerdere walvissen, maar omdat dat niet het hoofddoel van onze boottocht is blijven we niet wachten tot een dieper duikende walvis weer verschijnt. Maar we hebben geluk, onze schipper spot een springende walvis, en hij springt nog 2 keer! Geweldig om te zien! Dan nog door een smalle passage tussen twee eilanden in waar veel grote ijsbergen opgehoopt zijn, zeker een hele mooie boottocht.
Qaqortoq is de grootste plaats van Zuid-Groenland, schilderachtig opgebouwd tegen de heuvels. Het is ook de enige kans voor één van mijn reisgenoten om nieuwe schoenen te vinden, daar de zool van een van haar bergschoenen is losgeraakt. Niet dat ze echt bergschoenen kan vinden, maar wel gympen of sneeuwlaarzen. De volgende dag zullen we pas om 5 uur ’s middags worden opgehaald door de boot, dus hebben we alle tijd om eerst gezellig uit eten te gaan. Morgen kunnen we dan boodschappen doen en rustig een wandeling door de stad te maken. Als we net bezig zijn met de bagage uit het hostel naar de haven te vervoeren komt het bericht dat de boot waarschijnlijk vertraagd is.
Er is blijkbaar erg veel ijs rondom Narsaq, maar hoeveel vertraging het zal zijn is nog niet bekend. We zullen een berichtje krijgen wanneer de boot uit Narsaq vertrekt, dan is het daarna nog ca. 45 minuten. Omdat we dus geen idee hebben wanneer de boot zal komen besluiten we toch naar de haven te gaan, waar we bij de kajak vereniging nog een leuke wintertraining demonstratie krijgen. Vanwege het lekkere weer is het ook niet echt een straf om in het zonnetje te zitten, wat kletsen, lezen en ansichtkaarten te schrijven. We lopen zelfs nog een keer naar hotel Qatortoq voor een kop koffie met wifi op het balkon, waar we zicht hebben op de haven. Uiteindelijk is de boot er pas om 8 uur, waardoor de zon al aan het ondergaan is tegen de tijd dat we het Qaleraliq kamp bereiken. Schitterend natuurlijk om te zien, maar als we rond 10 uur aankomen zijn we wel blij dat er al voor ons gekookt is.
We beginnen ons 3-daags verblijf in het Qaleraliq kamp met een wandeling, die vanwege het weer niet tot dat mooie, hoge uitzichtpunt over de fjord gaat. Onderweg spotten we wel een Kariboe met jong, voordat we door de stormachtige wind terug naar het kamp worden gedreven. De middag brengen we door in de keukentent, met spelletjes en chocolademelk. De volgende ochtend is het schitterend weer, prachtig dus voor de tocht naar de gletsjerfronten aan de andere kant van de fjord. Helaas blijkt er iets mis te zijn met de boot en keren we al na 5 minuten op het water terug naar het kamp.
De boot gaat leeg terug naar Narsaq om gerepareerd te worden en wij gaan na de lunch op pad om een wandeling te maken. Omdat het weer nu veel beter is dan gisteren komen we dit wel op de top van een van de heuvels, met een schitterend uitzicht. Op de terugweg spotten we helaas geen Kariboes, maar wel een Sneeuwhaas.
Gelukkig krijgen we een herkansing voor het bezoek aan de gletsjers, voordat de boot ons richting ons volgende overnachtingsadres brengt. Schitterend, zo dicht bij de afkalvende gletsjer! Ook maken we nog een wandeling één van de tongen op, ook altijd een leuk avontuur. We zijn toch maar wat blij dat we naast het schitterende uitzicht vanuit het kamp toch ook dichterbij konden komen. De middag brengt ons naar Ittileq, waar we lunchen en dan richting Igaliku lopen. Door ons ochtendbezoek aan de gletsjerfronten hebben we helaas niet echt de tijd om uitgebreid Igaliku te bezoeken, want ja de boot komt ons al vrij snel weer halen.
De laatste twee nachten zijn weer in het hostel in Qassiarsuk, waar we onze reis ook begonnen zijn. We krijgen onze koffers weer terug zodat we alles langzaamaan weer netjes in kunnen pakken. Maar voordat het tijd is om weer naar huis te gaan hebben we nog 1 mooie wandeling naar Tasiusaq, waar we een kajak excursie kunnen maken. Kajakken tussen de ijsbergen, je zou denken na al die boottochtjes niet zo bijzonder meer misschien? Maar ik vind het echt een geweldige ervaring, rustig, op eigen kracht, heel dicht langs die ijsbergen die vanuit een kajak nog groter lijken.
Ter afsluiting is er een diner met traditionele gerechten, waar niet veel vegetarisch tussen zit: vis, zeehond, verschillende delen van walvissen en kariboe. Ik krijg niet alle gangen een alternatief, maar na een groot bord spinazie is dat ook zeker niet erg.
Op de dag van vertrek brengen we nog een leuk bezoekje aan de dichtbij gelegen ijsfjord, vol ijsbergen. En dan is het toch echt tijd om naar Narsarsuaq te gaan, in te checken, wat te eten en dan gedag te zeggen. Twee weken in Groenland zijn voorbij gevlogen, echt een schitterende ervaring!