De unieke natuurlijke wonderen van Zuid-IJsland heb ik in 2014 al mogen aanschouwen en scheppen hoge verwachtingen van deze reis naar het noorden van IJsland, begin oktober 2019. Daar waar ik eerst met mijn ouders en zus op pad was, is het reisgezelschap 5 jaar later uitgebreid met de vriend van mijn zus en mijn vrouw. De gemene deler van ons allen is een onstilbare honger om de mooiste plekjes op aarde te ontdekken. Wat dat betreft zitten we op IJsland zeer goed!

Een bewolkte lucht tijdens de vlucht en aankomst in Húsavik bij nacht stellen onze nieuwsgierigheid naar het omringende landschap echter nog even op de proef. Als dan het daglicht doorbreekt op de volgende morgen worden we begroet met een uitgestrekt uitzicht over de Skjálfandi baai. Maar veel tijd om daarvan te genieten nemen we niet, omdat er vandaag meer op het programma staat. Na een prachtige rit langs de kust slaan we af naar het zuiden, om aan te komen bij Hljóðaklettar. Op deze plek bevinden zich hexagonale basaltkolommen in elke denkbare oriëntatie en is er zelfs een grot waar je onder ze door kan lopen. Wat mij betreft is onze reis al geslaagd; ik ben enorm fan van dit geologische fenomeen.

Het kostte dan ook enige moeite om mij weer mee te krijgen naar de volgende bestemming: Dettifoss. De weg om bij deze waterval te komen is onverhard en leidt ons door een landschap dat goed te omschrijven is als een uitgestrekte, desolate wildernis. Alleen kraters geven enig reliëf aan de omgeving, die hier voornamelijk bestaat uit grijs gesteente. Toch wordt deze grijze massa doorklieft door een rivier die zonder veel verbeelding – Dettifoss is de krachtigste waterval van Europa – een kloof heeft uitgesleten. Wat meer verbeelding nodig heeft is het ontstaan van de hoefijzervormige kloof Ásbyrgi, waarvan de waterval bij het keerpunt van de klif niet veel meer voorstelt dan een miezerig verticaal stroompje. Desondanks vond ik ons bezoek zeer de moeite waard. Een korte wandeling door een laag berkenbos brengt ons bij een meer met kraakhelder water, waardoor de rotswanden rondom nog imposanter lijken.

Met uitzicht op een ondergaande zon achter een baai met bergen is een bezoek aan het zwembad GeoSea in Husavik een ideale plek om alle indrukken van deze eerste dag te verwerken.
De volgende dag staan we weer vroeg op om de omgeving van Mývatn te ontdekken. We bevinden ons dan nog steeds in het vulkanisch actieve gebied in Noord-IJsland, waar ook ons bezoek aan de lavavelden van de Krafla-erupties van getuigde. Het is een bijzondere gewaarwording om te realiseren dat je rond en over een lavaveld van nog geen 50 jaar oud loopt. De lava is hier vertegenwoordigd in allerlei bonte kleuren en op verscheidene plekken komt er nog stoom uit de grond, bizar!

Minstens net zo indrukwekkend is het geothermale gebied Hverir, waar zich kokende modderpoelen en stomende fumarolen bevinden.

Na een koffiepauze vervolgen we onze weg naar Dimmuborgir, waar we een rondje lopen langs de intrigerende en grillige rotspartijen. Onze laatste stop van de dag is aan de zuidkant van het meer, bij de pseudokraters van Skútustaðagígar. Een absolute must als je het mij vraagt, want zo veel pseudokraters bij elkaar vind je nergens anders ter wereld!
Over een absolute must gesproken, de Aldeyjarfoss is mijn nummer 1 bezienswaardigheid in Noord-IJsland (toegegeven, het is een gedeelde eerste plek met Hljóðaklettar). Zoals gezegd kan ik mij enorm verwonderen over de zeshoekige basaltzuilen, terwijl mijn vrouw dat juist heeft bij watervallen (vooral de Goðafoss, die we eerder op de dag bezochten, viel erg in de smaak).

Bij de Aldeyjarfoss komen beiden samen, wat leidt tot een stukje natuur die je niet voor mogelijk zou houden. De kaarsrechte lijnen van het basalt met daarboven eveneens interessante geometrische vormen lijken wel uitgebeiteld door een volleerd kunstenaar. Dat daar vervolgens massa’s water naast naar beneden komen zetten is de ultieme kers op de taart en zorgt voor een dynamische lust voor het oog. Met gemak zou ik hier de hele dag door kunnen brengen, maar helaas is de rest van het reisgezelschap het daar niet mee eens. En met de belofte dat we de basaltzuilen van Hofsós zullen bezichtigen, heb ik weer iets om naar uit te kijken.

Overigens is de route vanaf Akureyri tot Hofsós geen straf om te rijden, met alle prachtige U-dalen en vergezichten. Hoewel Hofsós nou niet bepaald op de route ligt naar onze eindbestemming, is de omrit het in mijn optiek meer dan waard. De basaltkolommen bevinden zich onderaan een trap vanaf het zwembad in het plaatsje, en we komen daar precies op tijd (in de namiddag) voor een fantastische belichting om deze beleving vast te leggen. De kolommen bevinden zich aan de kust van het fjord, waardoor je het serene geluid van de golven die tegen ze aan slaan als extraatje op je zintuigen in kan laten werken.

Helaas moeten we ook hier weer vertrekken om op tijd aan te komen bij onze accommodatie in Varmahlíð. Daar worden we ’s avonds in het heetwaterbad getrakteerd op een goed zichtbaar lichtgevend lint in de lucht, beter bekend als het noorderlicht. Ik beschouw het als een gave bonus zo op het einde van deze dag die al boordevol natuurschoon zat.
De laatste dag heeft als doel om Reykjavík te bereiken, wat inhoudt dat we nog een aardig stuk moeten rijden. Om ons gemotiveerd te houden wordt ons verteld dat er nog een verrassing op ons staat te wachten… Onderweg over de ringweg maken we nog een stop bij de Grábrók krater, waar we vanwege de harde wind bijna van de kraterrand af worden geblazen. De reis vervolgt zich naar de Hraunfossar, die in dit jaargetijde extra tot zijn recht komt, vanwege de verkleurde struikjes die langs deze waterval groeien. Ook de in overvloed aanwezige touwlava is erg mooi om te zien.

Hoewel beiden al bezienswaardigheden op zich zijn, laat ‘de verrassing’ niks te wensen over: een excursie ‘into the glacier’! Met een 8-wielige monstertruck worden we op het ijs afgezet om af te dalen in een tunnel in het meerjarig ijs van de gletsjer Langjökull. Daar vertelt een gids over de kenmerken en waterhuishouding van een gletsjer, zoals de moulins (waar smeltwater door het ijs heen komt) en crevasses (spleten in het ijs). Er is zelfs een crevasse waar de tunnelboorders per abuis doorheen hebben geboord, wat fraaie beelden voor het oog oplevert. Het is een geweldige afsluiter van een reis in IJsland, al moet ik zeggen dat het softijs met chocola in Reykjavík de échte afsluiter is.
